Ontruiming

Eerst denk ik nog aan een brute inbraak. Een tergend, agressief boorgeluid doordringt mijn werkkamer: dit is geen gewone klusjesman. Als ik mezelf gerust heb gesteld doe ik de deur open en sta oog in oog met een groep mannen, gemeentemensen en politieagenten. Op zijn knieën, vlak voor me, is een man bezig de sloten van mijn buurman eruit te boren. Met bruut geweld. Ik kijk een van de mannen verbaasd aan. ,,Wat is dit”? ,,Een ontruiming.” Erg scheutig met informatie zijn dit soort lieden doorgaans niet, maar na enig doorvragen blijkt dat mijn buurman al heel lang geen huur meer betaald. Of hij nog leeft weet niemand me te vertellen.

Ik moet eerlijk bekennen dat het een zonderling figuur was, niet al te snugger, en inderdaad veelal afwezig. Een pakketje heeft eens meer dan een half jaar voor zijn deur gestaan, totdat wij ons er maar over ontfermden. Het was een tent, die staat nu in onze berging. Sorry buurman.

Maar nu gaan ze dus je hele huis leeghalen, buurman. ,,Wat gebeurt er met die spullen dan?”, vraag ik. ,,Hij krijgt neem ik aan wel de gelegenheid om die ergens op te halen?” Waarschijnlijk niet, is het droge antwoord. Ik merk nog op dat ik dit wel erg rigoureus vind, maar alweer krijg ik weinig reactie. Het huis is binnen de kortste keren leeg. Mannetjes in groene t-shirts lopen de vier verdiepingen op en neer met de huisraad. Ik heb geen lift. Goede ochtendgymnastiek, zeg maar.

Natuurlijk gluur ik even naar binnen: het lijkt of mijn buurman vanochtend nog is opgestaan om naar zijn werk te gaan. Een rotzooi zoals je die in het huis van een alleenstaande man verwacht. Buiten staat een aantal verhuiswagens klaar om al die zooi in te doen. Naar de vuilnisbelt ermee? Spijtig. Binnen hoor ik ze nog grapjes maken. ,,Die kun je meenemen voor je vrouw!” ,,Hou jij van Bonanza?” Ik trek mij maar weer terug – wat kan ik doen? Bezwaar maken tegen deze overmacht?  De werklui aanspreken op hun cynisme? Vergeefse moeite, zegt die andere cynicus.

Intussen is mijn buurman in geen velden of wegen te bekennen. Ik maakte wel eens een praatje met hem. Een keer zei me dat hij veel bij z’n ouders was. Is hij weer bij hun ingetrokken? Ik ben z’n naam zelfs vergeten. Begint met een R. Ruben? Robert? Een tragisch figuur, eenzaam, arm. Als een spook waart hij door dit leven. Z’n naam wordt vergeten. Ik hoop dat zijn ouders nog leven.

Wilders en Wester

Het blijft een vreemde gewaarwording: Geert Wilders die wordt ondervraagd door een journalist. Op RTL4, dat wel, maar toch. Want veel meer dan het partijprogramma opdreunen gebeurt er van de kant van Wilders toch niet tijdens zo’n gesprek. Je kunt als interviewer nog zo je best doen, altijd zul je tegen die gedisciplineerd omhooggehouden muur van argumenten en standpunten lopen. Dat is natuurlijk ook de kracht van de PVV. De klassieke lessen van historische volksverlakkers staan in het bewustzijn van die beweging (want een partij is het volgens mij nog steeds niet) gegrift. Er zijn vijanden, die moeten worden bestreden. Er is een waarheid, die moet worden verkondigt.

Het onderhoud dat RTL-verslaggever Frits Wester op 24 januari 2011 had met de heer Wilders voldeed perfect aan dit beeld. In het tijdsbestek van een kwartier kwamen alle hoofdpunten van de PVV aan de orde. Hoofddoekjes. Islam. Ontwikkelingshulp. Strafmaat. Europees federalisme. De Haagse ‘politieke elite’. De vrijheid van meningsuiting. Immigratie. Veiligheid. Hypotheekrenteaftrek. En dat alles doortrokken van heerlijke oud-Hollandsche uitdrukkingen als ,,daar zakt je broek van af”, ,,wolf in schaapskleren”, ,,water bij de wijn” en ,,geen knip voor de neus waard”. Een waar festijn voor politieke analytici en taalonderzoekers, me dunkt.

Je moet het hem nageven – elk gesprek weet hij om te zetten in een soort spotje voor zijn denkbeelden. Na het zien van dit interview bekroop me het gevoel dat ik had zitten kijken naar ‘zendtijd voor politieke partijen’, dat overigens altijd vermakelijke tv oplevert. Hoe doet hij dat toch? Lees verder Wilders en Wester

Hangin’ out in Belgrade

 We krijgen de sleutels van onze kamer in een hostel aan de Alexander Boulevard. ‘Hvala’, zeg ik met de h achter in de keel, dank je wel. Voor deze prijs klagen we niet, ook al zit douchen er gezien de hygiënische situatie voorlopig niet in. ,,Tomorrow at twelve there will be a cleaning lady”. Nooit gekomen. Ach. We hebben toch betere dingen te doen. Zij waarschijnlijk ook. Een paar dagen niet douchen, goed voor de saamhorigheid. Goed voor tenminste een paar schunnige grappen tijdens het drinken in een nieuwe stad. Ja toch.

Belgrado.

De sporen van de recente oorlog zijn nog niet allemaal uitgewist: het regeringsgebouw dat in 1999 door de NAVO werd gebombardeerd staat er nog precies hetzelfde bij als vlak na de aanval. Bij een openbaar gebouw (ik weet niet wat het was) hangt een gekopieerd velletje – vuurwapens verboden. De eerste uren van ons korte bezoek zijn we uiteraard een beetje op ons hoede. Je weet niet wat voor effect al die nare zooi heeft op de mensen. Slechte verhalen en zo. Trauma’s en dergelijke. Misdaad. Vergeldingsdrang. Lees verder Hangin’ out in Belgrade

Nihilisme en muziek

Voor iemand die zich meer en meer de gewoonte eigen maakt te luisteren naar duister-agressieve muzikale uitspattingen die worden geproduceerd door mensen die met de werkelijkheid zoals die zich aan hen manifesteert weinig op hebben, kan het zo nu en dan verfrissend werken het oor weer eens te luisteren te leggen bij toonkunstenaars met meer affirmatieve karaktertrekken. Als ook daar waarheid kan worden gevonden, dan is nog niet alles verloren.

Levensbevestigende muziek – in het idioom van de verstokte liefhebber van grimmige genres klinkt het welhaast als een belediging van de goede smaak. Vol als hij is van een concept als ’transgressie in de kunst’, is het idee van een relatief veilige, niet-aanstootgevende artistieke weergave van een fundamenteel geaccepteerde, als onafwendbaar ervaren realiteit hem vreemd. Adorno’s vingerwijzingen omtrent de kunstpraktijk zijn in zijn bewustzijn gegrift. Geen werk zal loutere bevestiging zijn, altijd zal het wringen en tegen de haren in strijken. Voor sentiment in wat voor vorm ook is geen plek meer. ‘Je gevoelens uiten’, dat doe je maar in je vrije tijd.

Enter Donny Hathaway. Geheel onbedoeld en vooral onvoorbereid komt deze nihilist diens plaat Everything is Everything tegen, download hem netjes zonder te betalen (hij pleegde in 1979 al zelfmoord), en staat subiet perplex van de rauwe eerlijkheid die daar voor het nageslacht is opgenomen. Lees verder Nihilisme en muziek

Bijna subliem

Wij dachten dat in Nederland alles tot in het absurde geregeld was. Dat er geen land ter wereld was dat ons dat nadeed. Elke vierkante centimeter bezet en bewerkt. Natuur alleen nog een idee dat aangewezen stukjes grond wordt opgelegd.

En misschien is dat waar. Maar de ontembare natuur bedwingen, het onherbergzame aan menselijke logica onderwerpen, dat is iets wat Zwitsers doen. Zij zijn het die eindeloze, puntige bergmassa’s toegankelijk maken voor de argeloze wandelaar. Die paden aanleggen in het Alpensteen, volledig en onberispelijk bewegwijzerd. Verdwalen is onmogelijk gemaakt.

En toch heeft de wandelaar constant de indruk zelf deze natuur te bedwingen. De uitzichten worden steeds dramatischer, hij begint z’n kuiten te voelen. De boslucht doet hem goed daar in de hoogte. Hij zweet en ziet een top naderen. Het uitzicht is niet in te nemen, zo groots, onbeschoft bijna.

Hij zijgt neer op het houten bankje. Zwitsers hout voor het vermoeide lijf, strategisch geplaatst. Het volgende dorp is nog 1,6 km.

Zodat de stadsmens kan proeven aan wat dan het sublieme genoemd werd. Maar dan zonder bliksem, dorst en valpartijen. We drinken koud bier aan de afgrond.

CONVERSATIE – van een afstand gezien

B-Ik haat nationalisten.

T-Ik ook!

B-Een stelletje geitenbreiers is het toch.

T-Matennaaiers! Verraders!

B-Limbo’s? Bedoel je dat?

T-Veelal Limbo’s ja. Niet allemaal hoor. Veel.

B-Lokalo’s! Provincialen! Valse hechting!

T-Limburg als symptoom en als ultieme zondebok. Kent u de uitdrukking: in limbo zijn? Ik denk niet dat ze het vagevuur overleven.

B-Hoewel de hemel natuurlijk ook een grote ramp is…

T-Alleen jammer dat regio’s geen naties zijn. Toch komt het op hetzelfde neer.

B-…het goede vanuit lokaal oogpunt: een eeuwigdurend dan-heb-ik-zoiets-van-best-heel-goed-dat-wij-zijn-wie-we-zijn-gevoel. Kampioenen!

T-…alles is verantwoord, alles heeft diepgang en een doel. En op den duur komt dat zweven je echt mijlenver je keelgat uit. Goedertierenheid is een vloek.

B-De hele dag loopt zo’n Martin Luther King-figuur je aan je kop te zeiken!

T-Maar uiteindelijk zijn we allemaal alleen, dat staat vast, dat zeggen ze…

B-En die Gandhi dan!

T-Waarom niet inderdaad? Ook die gammele zak botten! Saai en doods.

B-Ascetische opblaaspop! Afvoerputje van het ideologisch riool! Lees verder CONVERSATIE – van een afstand gezien

Mislukte projecten 3

Adam Gadahn is een man met vele gezichten. Momenteel staat hij hoog op de lijst om Bin Laden te vervangen als leider van hobbyvereniging al-Qaeda, maar in de jaren negentig hield hij zich onledig met het luisteren naar Death Metal. Hij schreef zelfs recensies voor het onvolprezen blad Xenocide. En als klap op de min of meer spreekwoordelijke vuurpijl maakte hij onder de naam Aphasia ook experimentele deuntjes, die in 1993 in een te verwaarlozen oplage (geheel en al kvlt) op tape verschenen. Die zijn hier te beluisteren.

Gadahn raakte, wellicht bij gebrek aan enig talent, uitgekeken op de muziek, en verhuiste naar Pakistan, alwaar hij zich aansloot bij het voornoemde clubje enthousiastelingen. Mislukt in de muziek, maar toch nog wereldfaam. Chapeau!

Mislukte projecten 2

Anton is een timmerman in hart en nieren, al verdient hij z’n geld in het bowlingcentrum. Hij is de man die je schoenen inneemt en je er een ander paar voor teruggeeft, meestal in precies jouw maat. Vaak kan er wel een soort glimlach vanaf, maar je merkt aan alles dat er voor Anton groter dingen in het verschiet liggen. Het is die glinstering die af en toe door z’n ogen flitst, waarna hij altijd even nodig heeft om weer tot de orde van de dag te komen. De mensen vergeven het hem want ze zouden voor geen geld met hem willen ruilen. De laagsten kunnen altijd op een uit minachting geboren sympathie rekenen. Zoveel zijn we ze wel verschuldigd. En Anton is niet achterlijk. Lang geleden heeft hij al geleerd het van zich af te laten vallen, die grijnzen die het misprijzen dat erachter schuilt maar nauwelijks kunnen verbergen. Hij heeft namelijk plannen, plannen die het bevattingsvermogen van gewone stervelingen ver te boven gaat. In z’n hoofd heeft het na jaren componeren de definitieve vorm aangenomen. Nu komt het alleen nog aan op de uitvoering. Die moet snel en secuur zijn. Zonder aarzelen, zonder ook maar één vergissing moet hij het hout laten doen wat hij wil. Eén take, één perfecte take om het verlossende bouwwerk te voltooien. Het wordt een tempel, een brug, een arena, een triomfboog, een paleis, een tunnel, een carousel, een hospitaal. En Anton de Redder, Architect van de Wederopstanding, Gods Tweede Timmerman. Het ambacht wordt geheiligd; deze handeling werpt een zalvende schaduw over elke handeling die volgen zal. Perfectie is de roeping van Anton. Vrijdagmiddag vijf uur verlaat hij het bowlingcentrum voor de laatste keer. De dag is gekomen, de openbaring is nabij. In heilige concentratie loopt Anton richting de werkplaats waar het mirakel zich zal voltrekken. Afgesloten van de werkelijkheid die hem niet verdient, in volle, zalige rust. Zijn bewustzijn opent zich nog eenmaal naar de wereld, voor de grote truck die hem frontaal raakt. Anton wordt uiteengereten en dwarrelt neer als Goddelijke regen. We zullen zijn schepping niet kennen. 

Misluikte projecten 1

Een jongen en een meisje staan op het punt een doelloze fietstocht te ondernemen. Het waait zachtjes, het is zondagmiddag en warm. Hij heeft in zijn rugtas een fles water en een fles wijn. Ze hebben zich ingesmeerd. Zij grijpt in haar tas en kan haar telefoon niet vinden. Ze gaat terug naar binnen om hem te zoeken en nog snel naar de wc te gaan. De telefoon ligt op tafel en zoemt. Ze neemt op: een vergeten afspraak. Hij slaat zijn ogen neer en zet z’n fiets op slot. Zij fietst weg, alleen, haar jurk waait op. Hij kijkt naar haar terwijl ze zichzelf probeert te bedekken. Ze kijkt niet om.