Anton is een timmerman in hart en nieren, al verdient hij z’n geld in het bowlingcentrum. Hij is de man die je schoenen inneemt en je er een ander paar voor teruggeeft, meestal in precies jouw maat. Vaak kan er wel een soort glimlach vanaf, maar je merkt aan alles dat er voor Anton groter dingen in het verschiet liggen. Het is die glinstering die af en toe door z’n ogen flitst, waarna hij altijd even nodig heeft om weer tot de orde van de dag te komen. De mensen vergeven het hem want ze zouden voor geen geld met hem willen ruilen. De laagsten kunnen altijd op een uit minachting geboren sympathie rekenen. Zoveel zijn we ze wel verschuldigd. En Anton is niet achterlijk. Lang geleden heeft hij al geleerd het van zich af te laten vallen, die grijnzen die het misprijzen dat erachter schuilt maar nauwelijks kunnen verbergen. Hij heeft namelijk plannen, plannen die het bevattingsvermogen van gewone stervelingen ver te boven gaat. In z’n hoofd heeft het na jaren componeren de definitieve vorm aangenomen. Nu komt het alleen nog aan op de uitvoering. Die moet snel en secuur zijn. Zonder aarzelen, zonder ook maar één vergissing moet hij het hout laten doen wat hij wil. Eén take, één perfecte take om het verlossende bouwwerk te voltooien. Het wordt een tempel, een brug, een arena, een triomfboog, een paleis, een tunnel, een carousel, een hospitaal. En Anton de Redder, Architect van de Wederopstanding, Gods Tweede Timmerman. Het ambacht wordt geheiligd; deze handeling werpt een zalvende schaduw over elke handeling die volgen zal. Perfectie is de roeping van Anton. Vrijdagmiddag vijf uur verlaat hij het bowlingcentrum voor de laatste keer. De dag is gekomen, de openbaring is nabij. In heilige concentratie loopt Anton richting de werkplaats waar het mirakel zich zal voltrekken. Afgesloten van de werkelijkheid die hem niet verdient, in volle, zalige rust. Zijn bewustzijn opent zich nog eenmaal naar de wereld, voor de grote truck die hem frontaal raakt. Anton wordt uiteengereten en dwarrelt neer als Goddelijke regen. We zullen zijn schepping niet kennen.