Hangin’ out in Belgrade

 We krijgen de sleutels van onze kamer in een hostel aan de Alexander Boulevard. ‘Hvala’, zeg ik met de h achter in de keel, dank je wel. Voor deze prijs klagen we niet, ook al zit douchen er gezien de hygiënische situatie voorlopig niet in. ,,Tomorrow at twelve there will be a cleaning lady”. Nooit gekomen. Ach. We hebben toch betere dingen te doen. Zij waarschijnlijk ook. Een paar dagen niet douchen, goed voor de saamhorigheid. Goed voor tenminste een paar schunnige grappen tijdens het drinken in een nieuwe stad. Ja toch.

Belgrado.

De sporen van de recente oorlog zijn nog niet allemaal uitgewist: het regeringsgebouw dat in 1999 door de NAVO werd gebombardeerd staat er nog precies hetzelfde bij als vlak na de aanval. Bij een openbaar gebouw (ik weet niet wat het was) hangt een gekopieerd velletje – vuurwapens verboden. De eerste uren van ons korte bezoek zijn we uiteraard een beetje op ons hoede. Je weet niet wat voor effect al die nare zooi heeft op de mensen. Slechte verhalen en zo. Trauma’s en dergelijke. Misdaad. Vergeldingsdrang.

Maar wat is iedereen relaxed en vriendelijk. Ja, vriendelijk, dat zijn de mensen hier. Behulpzaam, open, aardig. Die eerste avond lopen we al door de straten van Belgrado alsof we nooit anders hebben gedaan. Onderweg spreken we mensen aan om te vragen naar leuke uitgaansplekken. We worden door een alternatief uitziend iemand verwezen naar club Grad, bij de rivier, en hebben een intens mooie avond met veel dubstep en veel drank en ’s morgens vroeg nog een verschrikkelijk lekkere vers gebakken hamburger bij een straattentje. Ha! Verkeerd geïnformeerd zeker, slecht voorbereid? Bange toerist! Gooi uw schaamte af en wees één met de lokale bevolking!

Toch zijn de mensen hier, zo merken we, vaak verbaasd dat je als Nederlander besluit om Servië eens te gaan verkennen. In veel gesprekken kwam dit negatieve zelfbeeld van de Serven naar voren, de angst dat ‘wij westerlingen’ wellicht een slecht beeld hebben van de Servische bevolking. ,,En de mensen? Hoe vind je die?” Steevast beantwoord met een welgemeend ‘Very nice!’ Daar wind ik verder ook geen doekjes om. Gewoon ongelofelijk gastvrij en op geen enkele wijze vervelend, zelfs niet om zes uur ’s ochtends en met heel veel slivovice achter de kiezen.

In het vliegtuig hadden we Dragan ontmoet, een Serviër wiens ouders in de jaren ’70 naar Nederland kwamen. Hijzelf woont half in Nederland, half in zijn moederland. Hij mist Servië als hij in Nederland is. Van enig virulent nationalisme was echter geen spoor te bekennen – hij is trots op zijn land op een manier die in Nederland bijna niet mogelijk lijkt. Misschien komt dat soort trots ook alleen voor bij mensen die niet wonen in het land waar zij en hun familie vandaan komen. Een milde trots is het, gespeend van extremistische trekjes en oogkleppen. Verfrissend eigenlijk, voor iemand die uit een land waar er zelfs een partij was die Trots op Nederland heette, tenminste, ik neem aan dat die ‘beweging’ nu eindelijk ter ziele is. Nu die andere nog…

HOE HET OOK ZIJ!

Dragan bleek een echte gastheer en was zoals afgesproken de volgende avond om zeven uur bij ons hostel. In zijn auto reden we door Belgrado, onderwijl een mini-college volgend over de gebeurtenissen die de stad hebben getekend. We reden langs de plek waar Zoran Đinđić, de toenmalige premier van Servië, in 2003 werd vermoord, langs de beruchte gebouwen van het NAVO-bombardement, eindigend op de promenade van Zemun, waar wij de fles hieven op de gastvrijheid.

Terug in het centrum lopen we langs het gebouw van de Servische telecommunicatie. Dragan zegt: ,,Dit gebouw werd door de NAVO gezien als cruciaal voor het bewind dat zij bevochten. Tijdens het bombardement van 1999 hadden twaalf onschuldige mensen daar dienst. Ze zijn allemaal dood. Ik krijg nog steeds kippenvel als ik eraan denk.”

Grondig met de neus op de feiten gedrukt dronken we die avond nog wat in een prachtige bar in dat oude centrum, waar obers in vol ornaat de vriendelijkheid zelve speelden… maar het was niet hetzelfde als de avond ervoor. Onze vooroordelen werden eerst vernietigd, wij liepen vrij rond, als feestgangers in een onbekend pand, met de stroom mee, vrolijk.

Maar de feiten haalden ons in. De littekens die een oorlog achterlaat zijn bij iedereen die hier leeft aanwezig. Belgrado staat tegenwoordig te boek als feeststad. Maar wel een rauwe, eerlijke dan. Eentje waar je altijd achter blijft kijken.

 

 

 

 

 

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *