Als we bij elke grote gebeurtenis terug blijven grijpen naar historische analogieën voor duiding – als houvast – dreigt Hegels adagium “Het enige dat we leren van de geschiedenis is dat we niets leren van de geschiedenis” inderdaad bewaarheid te worden.
De revolte in de Arabische wereld wordt te pas en te onpas vergeleken met de serie revoluties die eind jaren tachtig, begin jaren negentig een einde maakte aan het communisme in Europa. Maar begrijpen we hierdoor de situatie in Egypte, Libië of Jemen beter? Los van het feit dat de vergelijking op de meeste plaatsen gewoon mank gaat is het de vraag of de duiding van de huidige opstanden ook maar iets geholpen is met een nieuwe wanhopige poging tot historische gelijkstelling.
Het is begrijpelijk dat men zich in het verlangen naar begrip vergrijpt aan het bekende. Reeds gevatte en geduide events bieden een kader, bieden zicht op een geordende, relatief simpele werkelijkheid. ,,Zo is het gegaan en zo hebben we het uitgelegd.” Al is de geschiedenis een dynamische discipline die dezelfde gebeurtenissen hier en daar compleet anders interpreteert, toch is zij het vehikel waarmee we een bepaalde geestelijke vrede in het heden bereiken. Geschiedenis is de wetenschap die ons plaatst in het menselijke op zich, de wetenschap die ons hier in het nu een plek gunt in het verhaal van de mensheid. Begrijpelijk dus dat we, geconfronteerd met een chaotische realiteit, onze toevlucht nemen tot de analogie. Menselijk, al te menselijk.
Zijn we ons genoeg bewust van deze functie van de analogie? Aesopus, Lao Tse en Jezus kenden al de waarde van de fabel en de parabel voor het verduidelijken, het voelbaar maken van gedachten die in abstracte vorm wellicht nooit waren blijven hangen in het collectieve bewustzijn. Ook hier is de analogie een wijze van begrijpen, een hulpmiddel. Maar Aesopus, Lao Tse en Jezus verwijzen met hun poëzie altijd naar een denkwereld. Bijna altijd gaat het bij hen om talige, op het tastbare gestoelde ficties die een idee uitdrukken. En dat werkt prima.
Bij de historische analogie nemen we een tot idee geworden verleden en proberen we dat over een heden heen te leggen. De historische idee is een raster om de chaos te bedwingen die ons elke dag weer toekomt. De waarheid die we uit het verleden meenden te kunnen destilleren gebruiken we om het ongrijpbare te knechten. Maar een ongrijpbaar heden laat zich door een idee niet knechten. De analogie is hier machteloos.
Een tot idee geworden verleden kan niet naar een onbepaald heden verwijzen zoals een parabel naar een idee verwijst. De continuïteit en parallelliteit die daarvoor veronderstelt zouden moeten worden, grenzen als concepten aan het mythologische dat we al eeuwen zo naarstig proberen uit te bannen. Het is, vanuit de rationaliteit die we onszelf toeschrijven, haast waanzinnig te denken dat zeer specifieke, tijd- en contextgebonden gebeurtenissen uit het verleden ‘passen’ op een fundamenteel onbeslist nu. Er is nog geen uitkomst. Het moet nog gebeuren. Hooguit kunnen betrokken enkelingen een geschiedenis indachtig de loop proberen te bepalen. Ik durf te beweren dat die invloed verwaarloosbaar is. ‘Geschiedenis’ is een aaneenschakeling van min of meer willekeurige incidenten die achteraf pas betekenis krijgt.
De toevlucht tot gelijkenissen helpt ons niet het heden beter te begrijpen. Integendeel – de vergelijking houdt een gedeeltelijke ontkenning in van dat wat het heden ons heden maakt. Door er een analogie aan op te leggen geven we het uit handen, en ontnemen we onszelf de mogelijkheid om met onze tijd om te gaan zoals het ons betaamt. Maar we willen geen verdwaalden zijn in onze eigen wereld. We willen niet dat onze werkelijkheid moet voldoen aan de eisen van dat wat geweest is en nooit meer terugkomt. De aanhoudende neiging tot vergelijken resulteert vaker wel dan niet in een herhaling van de fouten waarvan we elke keer weer zworen ze nooit meer te maken.
Willen we leren van de geschiedenis, dan zullen we de geschiedenis los moeten laten, ook al maakt dat het heden nog onbegrijpelijker. Uiteindelijk zullen we juist daarvan leren.